vrijdag 26 juni 2009

U moet het zelf weten (2)

U moet het zelf weten (2).

Onder deze titel verschijnen er van mijn hand de komende tijd stukjes die u ook in ons clubblad Boel Bluf terug kunt vinden. Bedoeling daarvan is dat ik in kort bestek wat toelichting geef rond de spel- en gedragsregels bij het jeu de boulen.

In mijn eerste stukje heb ik het gehad over eigen verantwoordelijkheid t.a.v. uw eigen en andermans speelmateriaal (deugdelijke, d.w.z. goedgekeurde boules en buts).
Na de publicatie hiervan presteerden enkele van onze leden (nee, geen namen) het toch weer om met recreatieboules te gaan spelen op een bondstoernooi. Inmiddels zijn ook deze leden nu “bekeerd” en voorzien van goedgekeurd materiaal. Ik zal de ontstane situatie met dat ondeugdelijke materiaal tijdens dat toernooi schetsen in relatie tot het spelreglement.
Eerst nog even herhalen wat ik hierover vorige keer schreef.
U en uw tegenstander mogen voor en tijdens de wedstrijd altijd elkaars speelmateriaal beoordelen. Daar is niks mis mee. Het is in ieders sportieve belang dat er gespeeld wordt met deugdelijk, goedgekeurd en gestandaardiseerd materiaal. Nog even dit. Als u bij de beoordeling van andermans materiaal verschillende goedgekeurde boules tegenkomt bij een en dezelfde speler; dat kan en dat mag. Het is dus mogelijk dat iemand uit een doublette met 3 verschillende boules speelt. Of het praktisch is is nog maar de vraag, maar het is toegestaan.
Goed, terug naar dat toernooi. Ons team speelde dus naar bleek met recreatieboules tegen een team dat als gelouterd mag worden beschouwd. Gaandeweg de tweede werpronde kregen de tegenstanders door dat de boules van ons team niet deugden en begonnen te mopperen dat ze op die manier benadeeld werden. Echter, het reglement is hier heel duidelijk in.
Als u al problemen hebt met de deugdelijkheid van de boules van uw tegenstander dan moet u uw protest voor aanvang van de wedstrijd indienen (art. 2 bis). Kijkt u dus bijvoorbeeld tijdens het ingooien voor de wedstrijd naar het materiaal van uw tegenstanders en vraag bij twijfel of u de boules wat beter mag bekijken. De tegenstander moet u daartoe in de gelegenheid stellen. Zo niet meldt u dan direct bij de scheidsrechter. Ga er dus niet vanuit dat uw tegenstander wel met goed materiaal aan de start verschijnt, daarvoor lopen er te veel onwetende boulers rond. Ook in onze club weten veel spelers niet wat bv. een categorie 3 toernooi inhoudt. Groot is vaak de verbazing dat er dan tegenstanders van buiten meedoen en dat er 5 voorgelote partijen moeten worden gespeeld.

Ook t.a.v. de but staat nu vast waar u in het vervolg (vanaf 1 april jl.) mee mag spelen.
Buts moeten van hout zijn en mogen op allerlei manieren beschilderd zijn, maar niet met een magneet opgetild kunnen worden. Dwingende voorwaarde is nu geworden dat ze nog slechts een doorsnede van 30 mm ( tolerantie plus of min 1 mm) mogen hebben.
Ook buts van kunststof zijn toegestaan, maar eigenlijk slechts van 1 merk (VMS).

Een ander ding dat ook altijd ter keuring moet worden aangeboden voor aanvang van een toernooiwedstrijd is uw licentie. Net als uw materiaal moet die deugdelijk zijn. Tegenstander en scheidsrechter mogen u vragen deze op hun verzoek te tonen, tenzij de licentie bij de wedstrijdleiding berust.

Tot zover wat zaken die van belang zijn voor u überhaupt gaat spelen.
Volgende keer wat verduidelijking van zaken waar u op moet letten als u met het eigenlijke spel gaat beginnen. Tot zolang moet u het voorgaande in ieder geval zelf weten.

Graag tot de volgende keer.

Leen van Aalsburg
NJBB scheidsrechter 2.