dinsdag 14 december 2010

U moet het zelf weten (8).

Onder deze titel verschijnen er vanaf maart 2009 van mijn hand stukjes in Boel Bluf. Bedoeling daarvan is dat ik in kort bestek wat toelichting geef rond de spel- en gedragsregels bij het jeu de boulen.
Waren mijn eerste twee bijdragen er op gericht om wat zaken te vermelden waarop gelet moet worden alvorens met het spel te beginnen, vanaf bijdrage 3 gaan de zaken over het eigenlijke spel zelf.

Zaken rondom het meten..
Er valt best veel te meten tijdens het boulen. Zowel vooraf als tijdens het spel kunt u als speler of als equipe met metingen en tijdslimieten geconfronteerd worden.
U dient als equipe dan ook in ieder geval de beschikking te hebben over geschikt meetmateriaal (artikel 25).
Wat kan er dan zoal op uw pad komen?
Zoals gezegd veel en het meeste daarvan heb ik al eens in ander verband in mijn voorgaande stukjes de revue laten passeren.

Voor u aan het spel begint.
Als u aan een toernooi deelneemt, heeft u te maken met artikel 31. Hierin staat dat uw equipe geacht wordt aanwezig te zijn bij de bekendmaking van de loting voor het wedstrijdschema. Als uw equipe een kwartier na die bekendmaking nog niet op het terrein aanwezig is, krijgt uw equipe 1 strafpunt, dat aan de tegenstander wordt toegekend. Bij iedere 5 minuten daarna wordt er opnieuw 1 punt toegekend aan uw tegenstander. Ook tijdens het verdere verloop van het toernooi wordt deze sanctie toegepast na elke nieuwe loting en bij hervatting van partijen na een onderbreking.
Als uw equipe het bestaat dit verzuim tot 1 uur te laten oplopen dan volgt uitsluiting van het toernooi.

Maar alles gaat goed en u ontmoet uw tegenstanders voor de eerste partij.
Dan kan het zijn dat u twijfels heeft over het spelmateriaal van uw tegenstander(s).
Artikel 2bis geeft aan dat het uw eigen verantwoordelijkheid is om u er van te vergewissen dat uw tegenstander met deugdelijk en goedgekeurd spelmateriaal aan de wedstrijd begint.
Boules moeten aan een aantal eisen voldoen, maar ik beperk me in dit kader tot de afmetingen.
De diameter van de boules moet liggen tussen ten minste 705 mm en ten hoogste 800 mm.
Voor de duidelijkheid: als u twijfelt aan het materiaal van uw tegenstander bent u volgens dit artikel 2bis dus gewoon gerechtigd dit voor de wedstrijd na te kijken. Op zijn beurt heeft uw tegenstander ook het recht om uw materiaal te beoordelen. Tijdens de wedstrijd zelf is dit niet meer aan de orde en is een eventueel ingediend protest hiertegen zinloos.
Het but heeft tegenwoordig nog maar een toegestane diameter van 30 mm met een tolerantie van 1 mm + of -.

Maten en tijdslimieten die tijdens het spel gelden.
Als het spel begint heeft u direct met afstanden en afmetingen te maken. De diameter van de werpcirkel moet minstens 35 cm en hoogstens 50 cm zijn. De afstand van de werpcirkel tot enig obstakel en de afzetting (dus niet meer de uitlijn sinds 1 augustus 2010) van het terrein moet ten minste 1 meter bedragen. Bij niet-afgebakende terreinen moet de werpcirkel ten minste 2 meter van enige andere in gebruik zijnde werpcirkels komen te liggen.

Goed, u heeft uw werpcirkel getrokken.
Staat u eenmaal daarin om het but te werpen dan geldt er een tijdslimiet van 1 minuut om 3 reglementaire pogingen te doen om het but tussen de 6 meter en de 10 meter te krijgen. Dit is wel exclusief eventuele metingen die verricht moeten worden.
Het eventuele meten van deze laatste afstanden moet gebeuren vanaf de binnenkant van de werpcirkel (het ISP maakt hierbij geen onderscheid tussen getrokken of kunststofcirkels).
Maakt u er een gewoonte van de ligging van het but tijdens het spel altijd te markeren. U voorkomt daarmee een hoop heisa als de ligging van het but om wat voor reden dan ook verstoord wordt. Door de markering is de oorspronkelijke ligging van het but altijd te reconstrueren en anders nooit.

Goed, ook dat is u gelukt.
De eerste boule wordt door uw tegenstander geworpen. Als dit reglementair is gebeurd moet u er rekening mee houden dat, zodra deze boule stil ligt, u slechts 1 minuut tot uw beschikking heeft om uw boule te spelen. Ook weer exclusief eventuele metingen.
Wat kan er zoal nog voor vreemds gebeuren tijdens de partij?
Nou, bijvoorbeeld dat het but tijdens het spel verplaatst wordt naar een andere afstand. De maximale afstand hierin bedraagt 20 meter en de minimale afstand 3 meter. Als dit overschreden wordt dan is het but ongeldig geworden. Let er wel op dat op dat moment de puntentelling van artikel 13 geldt en die luidt:
1) Beide equipes hebben nog boules te spelen: de werpronde eindigt onbeslist.
2) Slechts 1 equipe heeft nog boules te spelen: deze equipe krijgt zoveel punten als zij boules te spelen heeft.
3) Geen van beide equipes heeft nog boules te spelen: de werpronde eindigt onbeslist.
Ditzelfde artikel 13 gaat gelden als het but tijdens de partij zoek raakt en niet binnen 5 minuten wordt gevonden.
Om nog even bij het but te blijven; het but kan tijdens het spel vervormd raken, waardoor de enig
toegestane diameter van 30 mm (met tolerantie van 1 mm + of -) overschreden wordt.
In dat geval moet het but vervangen worden door een goedgekeurd exemplaar.
Ook bij boules kan zoiets gebeuren. Sjac van de Berg is het al diverse malen overkomen dat zijn boule doormidden werd geschoten. In dat geval moet na meting het grootste deel onmiddellijk vervangen worden door een boule van nagenoeg dezelfde afmetingen.

Meten en tellen van de punten
Na een spelronde worden (indien nodig) de punten geteld. Hierbij gaat er nogal eens wat mis.
Als op het oog de situatie duidelijk is en er niet hoeft te worden gemeten kunnen partijen het aantal punten overeenkomen. Maar het moet dan wel duidelijk zijn dat iedereen het met die telling eens is. Wacht daarom tot iedereen, die bij die telling aanwezig dient te zijn, er ook is en neem pas boules weg als iedereen het hier over eens is geworden. Niet eerder. Want boules die weggenomen worden zonder overeenstemming zijn ongeldig (artikel 26).
Als de puntentelling correct is vertaal dit dan naar de nieuwe tussenstand en zeg die luid en duidelijk naar de tegenstander, zodat ook daar overeenstemming over is. En zorg dan dat die stand op het scorebord komt. Houd er rekening mee dat het scorebord een hulpmiddel is. Leidend is wat u samen met uw tegenstander mondeling bent overeengekomen. Daarom is het zo belangrijk dat u de stand luid en duidelijk meedeelt zodat iedereen er weet van heeft. Het komt wel eens voor dat er vergeten wordt de stand op het scorebord direct bij te werken, maar het is een misverstand om te denken dat de score daarop alleenzaligmakend is en later niet alsnog bijgewerkt mag worden. Maar dit wordt wel problematisch als er verder geen enkele andere tussentijdse communicatie plaatsvindt over de stand. U kunt de stand ook bijhouden op een zaktellertje, maar het belangrijkste blijft de mondelinge afstemming de hele wedstrijd door.
Het gebeurt namelijk ook wel eens dat onbedoeld de stand gewist wordt door equipes die op een naastliggende baan komen te spelen en in hun onwetendheid met een blanco scorebord willen beginnen en laat dat nou net die van u zijn. Dan is het prettig dat de stand ook in alle hoofden zit.

Maar vaak is de situatie niet op het oog te beoordelen en moet er gemeten worden.
Artikel 25 is hierin dwingend en zegt dat een meting moet worden uitgevoerd door de equipe die de laatste boule heeft geworpen. De tegenstander heeft het recht tot nameting. En artikel 24 zegt dat het u, om te kunnen meten, toegestaan is boules tussen but en te meten boules tijdelijk weg te nemen. Uiteraard na markering zodat de oorspronkelijke situatie hersteld kan worden.
Als u meet houdt dan rekening met artikel 27 dat zegt dat u het te meten punt verliest zodra u tijdens de meting het but of een van de betwiste boules verplaatst (is niet hetzelfde als bewegen).

Laat dit alles u er niet van weerhouden weer even vrolijk aan een volgende partij te beginnen.
Regelgeving is alleen maar bedoeld om het u en uw tegenstander makkelijk te maken als het even te moeilijk wordt.

Veel speelplezier toegewenst door

Leen van Aalsburg
NJBB scheidsrechter 2.