donderdag 1 april 2010

U moet het zelf weten (5)

Onder deze titel verschijnen er vanaf maart 2009 van mijn hand stukjes in Boel Bluf. Bedoeling daarvan is dat ik in kort bestek wat toelichting geef rond de spel- en gedragsregels bij het jeu de boulen.
Waren mijn eerste twee bijdragen er op gericht om wat zaken te vermelden waarop gelet moet worden alvorens met het eigenlijke spel te beginnen, vanaf bijdrage 3 gaan de zaken over het eigenlijke spel.

Ongeldig uitwerpen van het but.
Vorige keer heb ik beloofd nog even door te gaan over wat er verder mis kan gaan bij het uitwerpen van het but. Zoals u zich ongetwijfeld herinnert heeft u 3 pogingen (binnen 1 minuut!!!) tot uw beschikking om het but reglementair uit te werpen.
Maar nu kan het zijn dat tijdens het uitgooien het but wordt tegengehouden.
Artikel 8 geeft daarvoor aan dat als dit gebeurt door de scheidsrechter, een toeschouwer, een speler, een dier of enig bewegend voorwerp, het but dan opnieuw moet worden uitgeworpen. Die nieuwe poging telt dan niet mee voor het aantal van drie waarop de equipe recht heeft.

Ongeldig worden van het but.
Nadat het but dan eindelijk reglementair is uitgeworpen kan het weer ongeldig worden in een zestal gevallen.
Artikel 9 zegt over in werking tredende ongeldigheid:
1) Als het but tijdens de werpronde wordt verplaatst naar niet-toegestaan terrein, zelfs als het daarna weer op toegestaan terrein terugkomt. Als het but op de uitlijn ligt is het nog steeds geldig. Net als voor een boule geldt dat uit (=ongeldig) pas aan de orde is als recht van boven gezien de uitlijn geheel is gepasseerd. Zolang dit niet het geval is is de ligging geldig. Ik zie nogal eens gevallen waarbij men boules van de tegenstander te vlot verwijderd bij de uitlijn. Dit vraagt om conflicten. Roept u in zo’n geval eerst de tegenstander erbij om ook deze het er over eens te laten zijn dat de uitlijn al dan niet gepasseerd is. In geval van twijfel direct de scheidsrechter roepen. Een boule die dan nog geldig blijkt te zijn ligt kritisch t.o.v. de uitlijn. Behandelt u die ligging dan ook als zodanig en markeer zo’n boule onmiddellijk voor het verdere verloop van het spel. Een aparte situatie is bv. ook een plas water waarin het but vrij drijft. Dit wordt beschouwd als niet-toegestaan terrrein.
2) Als het but verplaatst is, en vanuit de werpcirkel niet meer zichtbaar is zoals in artikel 7 beschreven is. Dat is een situatie die niet veel voorkomt zoals wij hier boulen. Het kan wel eens voorkomen als u op terrein speelt waar bv. bomen in het speelveld staan.
3) Als het but wordt verplaatst naar meer dan 20 meter van de werpcirkel (voor senioren en junioren) of naar minder dan 3 meter van de werpcirkel.
4) Als bij afgebakende terreinen het but een onmiddellijk naastgelegen terrein geheel heeft overschreden.
5) Als het but verplaatst en zoek is en niet binnen 5 minuten wordt gevonden.
6) Als zich niet-toegestaan terrein bevindt tussen de werpcirkel en het but.


Puntentelling bij ongeldig geworden but.
Houdt u in aansluiting daarop rekening met artikel 13 dat aangeeft dat als het but ongeldig geworden is zoals in bovenstaande gevallen, de puntentelling als volgt verloopt:
1) Beide equipes hebben nog boules te spelen: de werpronde eindigt onbeslist.
2) Slechts 1 equipe heeft nog boules te spelen: deze equipe krijgt zoveel punten als zij boules te spelen heeft.
3) Geen van beide equipes heeft nog boules te spelen: de werpronde eindigt onbeslist.


Omgaan met het terrein
Artikel 10
Dit artikel geeft toelichting op hoe men met het terrein om moet gaan. Wat men aan het terrein mag veranderen is eigenlijk niets. Het is spelers namelijk verboden een klein obstakel dat zich op het terrein bevindt te verwijderen, te verplaatsen, in de grond te drukken of plat te stampen. Alleen de speler die het but gaat uitwerpen, mag de plek onderzoeken waar hij zijn boule wil laten neerkomen, door daar ten hoogste 3 keer met zijn boule op te kloppen. Bovendien mag een speler van de equipe die aan de beurt is, 1 inslag van een eerder gespeelde boule dichtmaken. Spelers die zich hier niet aan houden riskeren de sancties uit artikel 34.
Als ik soms zie wat spelers allemaal doen aan het terrein als ze aan de beurt zijn is dat meestal in strijd met artikel 10. Vaak blijken spelers ineens een sleepbeen te hebben, waarbij gerust een terreinstrook van een halve meter wordt geëgaliseerd. Dit soort praktijken zijn dus uitgesloten. Als tegenstander heeft u het volste recht hiertegen te protesteren en bij (herhaalde) problemen de scheidsrechter te verwittigen.

Er is ook nog een artikel 10 bis.
Artikel 10 bis is voor het uitzonderlijke geval dat het but moet worden vervangen tijdens een partij.
Dit kan slechts in de volgende gevallen.
1) Als het but zoek is en niet binnen 5 minuten kan worden gevonden (zie ook mijn eerdere toelichting op artikel 9).
2) Als het but in stukken breekt. In dat geval bepaalt het grootste stuk de ligging. Als er in de werpronde nog boules gespeeld moeten worden, wordt het but – indien nodig na meting- onmiddellijk vervangen door een ander but. Dit artikel geldt ook voor in stukken gevallen boules. Hierbij geldt dezelfde vervangingsregel, zij het dat de vervangende boule (nagenoeg) dezelfde afmeting moet hebben als de defecte en dat de betreffende speler in de volgende werpronde de hele set boules mag vervangen.

Verborgen of verplaatst but.
Het kan voorkomen dat als er buiten gespeeld wordt het but wordt bedekt door een boomblad of papiertje. In dat geval wordt dat verwijderd. Ook kan de wind vervelend zijn en het but verplaatsen of kan de helling van het terrein oorzaak zijn dat het but verplaatst. In dat geval wordt het but teruggelegd op zijn oorspronkelijke plaats. Houdt u er echter rekening mee dat dit alleen kan (jawel daar is ie weer) als het but gemarkeerd was!!!
Hetzelfde geldt bij het per ongeluk verplaatsen van het but door de scheidsrechter, een speler, een toeschouwer, een boule of een but uit een andere partij, een dier of enig bewegend voorwerp.
Protesten met betrekking tot niet-gemarkeerde buts (en boules) worden niet in overweging genomen

Tegengehouden but.
In artikel 14 wordt geregeld wat er moet gebeuren als het but, na te zijn weggeschoten, wordt tegengehouden.
Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen zeg maar neutrale- en niet-neutrale omstanders.
1) Wordt het but tegengehouden door een toeschouwer of de scheidsrechter of van richting veranderd, blijft het liggen waar het tot stilstand komt.
2) Wordt het but tegengehouden door een speler die zich bevindt op toegestaan terrein dan heeft zijn tegenstander de keuze uit de volgende mogelijkheden:
a) Het but laten liggen op zijn nieuwe plaats
b) Het but terug te leggen op zijn oorspronkelijke plaats
c) Het but neer te leggen in het verlengde van de lijn van zijn oorspronkelijke naar zijn nieuwe plaats, op ten hoogste 20 meter afstand van de werpcirkel.
Om uit b) of c) te kunnen kiezen moest het but gemarkeerd zijn. Als dat niet het geval was blijft het but op zijn nieuw plaats liggen.

Dat was het zo’n beetje wat u aan verwikkelingen kunt aantreffen rond het but. Niet weinig dus. Volgende keer komen de zaken rond het werpen van boules aan bod.
Tot dan geldt weer dat u het voorgaande in ieder geval zelf moet weten.

Graag tot de volgende keer.

Leen van Aalsburg
NJBB scheidsrechter 2.